Tijdens deze zomermaanden brengen heel wat kinderen tijd door bij oma en opa. Soms omdat het niet anders kan, maar meestal omdat grootouders en kleinkinderen gewoon graag bij mekaar zijn. Toch verloopt dit niet altijd stressloos. Alles even op een rijtje dus.
1. ONVOORWAARDELIJKE LIEFDE
Waar wij ouders ons wel eens durven bezondigen aan voorwaardelijke liefde (als je een goed rapport hebt, als je flink bent, als je doet wat ik je vraag, enz...), is die tussen grootouders en kleinkinderen compleet onvoorwaardelijk. Op die manier zijn zij bijzonder belangrijke hechtingsfiguren in het leven van je kind. Hun aandacht en betrokkenheid is immers voorspelbaar. Kleinkinderen kunnen altijd op grootouders rekenen en dat is een goede basis voor hechting. Bovendien blijkt uit onderzoek dat kinderen die veel contact hebben met oma en opa zich op sociaal vlak beter ontwikkelen. Ze leren zo omgaan met mensen van verschillende leeftijden en hun communicatie en sociale vaardigheden hieraan aanpassen.
2. VERWENNEN MET TOESTEMMING
Ouders voeden op. Grootouders mogen verwennen. En kleinkinderen weten dat. Waar er thuis fruit als vieruurtje gegeten wordt, bakt opa wel vlug wat lekkere pannenkoeken. En in de plaats van water drinken we lekker frisdrank aan tafel : 'voor die ene keer dat ze hier zijn...'
In principe hoeft dat geen probleem te zijn omdat ook kinderen zelf dit onderscheid ook kunnen maken. Ze weten dat er op verschillende plaatsen verschillende regels -of geen?- kunnen gelden en hebben de flexibiliteit om hiermee om te gaan. Wanneer je kind dit toch 'tegen jou' gebruikt, zoek dan de oorzaak en oplossing niet zozeer bij oma en opa, maar ga hierover zelf met je kind in gesprek.
3. VERSCHILLENDE OPVOEDINGSVISIE?
Je (schoon)ouders zijn in een andere tijd geboren en zijn anders opgevoed als ze jou hebben opgevoed én als dat jij je kinderen, met de kennis van nu, misschien opvoedt. Er zijn immers heel wat zaken veranderd ten opzichte van hun tijd. Dit hoeft niet erg te zijn maar het verschil in opvattingen kan soms spanningen opleveren tussen de grootouders en tussen jullie als ouders. Zo zien oma en opa misschien het probleem niet in van een middag lang lekker tv kijken, copieuze maaltijden en pas gaan slapen als je moe bent Maar hetzelfde geldt omgekeerd. Misschien snappen grootouders dan weer niets van al dat getokkel op die mobieltjes en vragen ze zich af waarom die kinderen altijd moeten ge-entertained worden en zich zo moeilijk alleen kunnen bezig houden. Het is goed om deze tegengestelde visies of veranderde te bespreken met je (schoon)ouders. Bij sommige opa’s en oma’s kan dit immers voor strijd zorgen. Kijk dan of je samen kan gaan zitten en kan kijken naar een eventuele middenweg die voor beiden werkt. Het zijn jouw kinderen en je hebt een bepaald beeld over de opvoeding maar je (schoon)ouders moeten hier wel mee om kunnen gaan. Een compromis dus.
4. COMMUNICATIE-ISSUES
Zoals gezegd: grootouders houden ervan tijd door te brengen met hun kleinkinderen én willen ook graag jou uit de nood helpen. Om die reden vinden zij het wel eens moeilijk om 'nee' te zeggen ook al zijn die oppasdagen voor hen misschien wel te uitputtend. Sommigen onder hen worden al een dagje ouder en als er meerdere kleinkinderen tegelijkertijd opgepast moeten worden, kan dat fysiek behoorlijk zwaar voor hen zijn. Maar zoals gezegd: ze zullen dit vaak pas melden als ze er bijna bij neervallen. Hou dus de vinger aan de pols, bevraag hen regelmatig en zoek zelf afwisseling met andere vormen van oppas. Zo is het voor iedereen immers het langst vol te houden.
Anderzijds zijn er momenteel ook nog heel wat grootouders met een actief eigen leven. Ze spreken zelf nog vaak af met vrienden, beoefenen hobby's en maken reizen. Dit maakt dat ze soms liever niet als oppas dienen en de boot afhouden. Respecteer deze keuze en maak afspraken voor noodsituaties.