Ik leg het uit in deze video. Wie liever leest kan de tekst onder de video terugvinden.
Nabijheid voelen
Sommige kinderen hebben het moeilijk om nabijheid te voelen wanneer de fysieke afstand iets groter is. Ze moeten je kunnen zien, soms zelfs voelen, of binnen handbereik hebben.
Zorg ervoor dat je kinderen dicht bij jou kunnen spelen. Verhuis de tekenspullen, lego-mannetjes, poppen ... mee naar de tafel waar jij zit. Plaats ze bij jou aan het kookeiland als dat lukt. Benoem dit ook naar hen toe. “Is de speelmat een beetje te ver? Kom dan naar hier met je speelgoed.”
Dit is meteen ook de reden waarom in sommige huizen waar een speelkamer is, de kinderen niet graag in de speelkamer spelen. De nood aan nabijheid is hier (nog) te groot.
De inspiratie is zoek
Sommige kinderen komen zelf niet tot ideeën om te kunnen spelen. Hun voorstellingsvermogen of verbeelding is hier te beperkt voor. Ze fladderen een beetje rond, en tijdens het rondfladderen beginnen ze links en rechts wat te porren, uit te dagen, het spel van een broer of zus saboteren, jou als ouder storen terwijl je zelf met iets anders bezig bent.
Bij deze kinderen helpt het om eerst even af te stemmen. “Wat zou je kunnen doen? Welke ideeën heeft het kind zelf, welke ideeën heb je als ouder, wat gaat de broer of zus doen.” Eventueel een lijstje maken van mogelijkheden.
Het kan natuurlijk zijn dat je hen na een half uur terug op weg moet zetten.
Bij sommige kinderen lukt het om hen even te laten begaan, en vinden ze uiteindelijk toch hun ding. Maar bij andere kinderen leidt dit enkel tot meer frustratie en prikkeling.
🔖 Lees hier meer over verveling, en extra tips om je kind op weg te zetten.
Nood aan samenspel
Er zijn kinderen die graag spelen, en er zijn kinderen die graag samen spelen, zij hebben echt behoefte aan het sociaal contact.
Er is natuurlijk niet altijd iemand om samen mee te spelen. Hier is het meest voor de hand liggende antwoord: speel met hen, bied jezelf aan als speelkameraad.
Natuurlijk kan je dit niet elk moment van de dag doen. En dat is ook niet erg. Het is ook belangrijk dat je kind dit ontdekt en leert, en jij aangeeft wanneer je er dan wel bent.
Maak afspraken: we spelen nu dit spel, nadien ga je iets anders doen. Of binnen een duidelijk afgelijnde tijd: binnen een kwartiertje doen we samen iets.
Of nodig iemand uit voor een playdate. Geef het ook aan: soms speel je eens alleen, soms is er een vriendje. Verduidelijk aan je kind dat dit af en toe, maar niet altijd kan.
Het is niet erg dat ze dan even verloren lopen wanneer er geen samenspel mogelijk is. Dit is voor hen ook een groeiproces.
Ik hoop dat je met deze tips verder kan genieten van een deugddoende en ontspannende krokusvakantie!
---
Wil je deze tips graag rechtstreeks in je inbox ontvangen? Schrijf je dan hier in voor mijn nieuwsbrief.